M

  • Maagtorsie
  • Melkkliertumoren
  • Mijten

Maagtorsie

Maagtorsie

Een maagtorsie bij de hond is een spoedgeval!
Meerdere keren per jaar worden wij gebeld omdat een hond die plotseling onwel is geworden door een maagkanteling. De hond is opeens onrustig geworden, heeft wat braakneigingen, maar er komt meestal niets of alleen wat schuim en de hond  “weet niet waar hij het zoeken moet” vanwege de buikpijn. Sommige honden beginnen te jammeren. De buik kan in vrij korte tijd dikker worden dan normaal.
Het is dan zaak zo snel mogelijk de dierenarts te bellen!

Een maagtorsie wordt vooral gezien bij de grote rassen zoals Ierse Wolfshonden, Bloedhonden, St. Bernards, maar ook bij Duitse Herders, Rhodesian Rhidgebacks en Duitse Staande honden. En meestal vanaf middelbare leeftijd. De ontstaanswijze is niet helemaal duidelijk, maar een combinatie van factoren zoals een grote hoeveelheid voeropname, beweging en opwinding worden genoemd als oorzaak. Door een sterke vulling van de maag worden zowel de cardia (de toegang van de slokdarm naar de maag) als de pylorus (de sluitspier achter de maag) deels afgekneld.

De vulling van de maag neemt dan verder toe, deels door gasvorming in de maag zelf, deels door inslikken van lucht en speeksel en de maag kantelt steeds verder. Zonder ingrijpen van de dierenarts zal de toestand verder verslechteren. Bloedvaten raken afgekneld waardoor een deel van de maag geen bloed meer krijgt en er ontstaat een maaginfarct. De milt raakt gestuwd en het dier raakt in shock. Vrij snel daarna zal de hond komen te overlijden.

Bij binnenkomst op onze dierenkliniek van een hond met een maagtorsie zullen we in eerste instantie proberen om de maag zo snel mogelijk weer leeg te krijgen.
Eerst proberen we met een maagsonde (een speciale slang) de maag te bereiken, maar vaak is die teveel dicht gekneld. In dat geval prikken we een naald in de maag, met als doel de overtollige gasvorming te verwijderen. In veel gevallen draait de maag tijdens het leeglopen weer terug naar zijn min of meer normale positie, waardoor het weer mogelijk wordt om de maagsonde in te brengen. Vervolgens wordt die maag via de maagsonde zoveel mogelijk leeg gezogen.

Meestal lukt het met deze procedure (soms nog met een of twee herhalingen kort erna) om de maag volledig leeg te krijgen. Als er zich nog geen complicaties hebben voorgedaan zoals shock en maaginfarct, dan zal de hond snel opknappen van de behandeling.

Om de kans op herhaling van de maagtorsie te verkleinen, wordt vaak besloten om de hond enkele dagen later te opereren waarbij de maag vastgezet wordt aan de buikwand.
Soms is toch een spoedoperatie nodig. Bijvoorbeeld als de maag met de sonde niet leeg te krijgen is en de maag dus gekanteld blijft. Of als er sprake is van een maaginfarct.

12-10-2017

Melkkliertumoren

Melkkliertumoren

Voorkomen en oorzaak

Bij vrouwelijke honden en katten komen gezwellen in de melkklieren nogal eens voor.
De oorzaak is, zoals bij ieder gezwel, een ontsporing van de normale celgroei. Bij tumoren gaat de groei ongeremd door.
Melkklier tumoren kunnen zowel goed- als kwaadaardig zijn.
Hormonen spelen een rol bij het ontstaan van melkklier tumoren. Bij teven en poezen waarbij op jonge leeftijd de eierstokken en dus de hormoonproductie is weggenomen (“sterilisatie”, eigenlijk castratie) komen aanmerkelijk minder melkkliertumoren voor.
Als een kat dit soort knobbeltjes krijgt is dat vaak op een leeftijd van zeven tot acht jaar, bij honden is dat rond het 10e levensjaar.

Diagnose

Onder de buik zijn dan in de buurt van de tepels onderhuidse knobbels voelbaar.
Het is helaas niet mogelijk om aan de buitenkant te zien of een knobbel goed- of kwaadaardig is. Bij katten is de kans dat een gezwel kwaadaardig is groot, bij honden wordt een groter percentage goedaardige tumoren gezien.
Soms is het mogelijk en zinvol om door een naald een kleine hoeveelheid weefsel af te nemen om een indruk te krijgen van het type tumor.
Ook is door het verwijderen van een klein stukje weefsel zekerheid te verkrijgen over het goed- of kwaadaardig zijn van een tumor.
In bijna alle gevallen zal dit vooronderzoek toch gevolgd worden door een operatieve behandeling, waarna met onderzoek van het weefsel de aard van het gezwel en het wel of niet volledig verwijderd zijn worden vastgesteld.
Meer informatie vindt u onder Weefselonderzoek.
Als controle op de mogelijke aanwezigheid van uitzaaiingen in de longen is het mogelijk vooraf een röntgenfoto van de longen te maken.

Uitgebreider onderzoek vooraf is vooral zinvol als er een specifieke verdenking op kwaadaardigheid is, bijvoorbeeld als ook de bijbehorende lymfeklieren vergroot zijn.
Ook als operatie ongewenst is (hoge leeftijd, ziekte) is het belangrijk om door uitgebreider onderzoek zo goed mogelijk vooraf te weten hoe zinvol en noodzakelijk een operatie zou zijn.
Helaas is het onmogelijk om met zekerheid vast te stellen of er geen uitzaaiingen zijn. In een vroeg stadium kunnen ze zo klein zijn dat ze niet op te sporen zijn.

Behandeling

De enige behandelingsmogelijkheid voor melkkliergezwellen is operatie.
Bij de operatie worden de tumoren met omringend weefsel ruim weggenomen om er zeker van te zijn dat al het afwijkende weefsel verwijderd is.
Dat betekent altijd dat de operatiewond de eerste dagen duidelijk pijnlijk is en er is altijd een wat grotere kans op infectie of vochtophoping onder de wond.
Tegen de pijn kunnen wij uiteraard een pijnstiller voorschrijven en eventuele complicaties bij de wondgenezing laten zich goed behandelen.
Meestal is bij het verwijderen van de hechtingen na tien dagen een dier weer helemaal de oude.

Vooruitzichten

Alleen na weefselonderzoek van het verwijderde materiaal is een oordeel mogelijk over de vooruitzichten na operatie. Deze zijn afhankelijk van het soort gezwel wat is weggehaald.
Als het gezwel goedaardig was zijn er geen problemen te verwachten.
Een kwaadaardig gezwel, waarbij er nog geen uitzaaiingen waren en dat volledig verwijderd is geeft meestal ook achteraf geen problemen.
Als bij een kwaadaardig gezwel al voor de operatie uitzaaiingen aanwezig waren, dan is er een groot risico dat die in een later stadium alsnog klachten veroorzaken.
Als een kwaadaardig gezwel niet volledig is verwijderd dan is de kans groot dat op dezelfde plaats opnieuw tumorgroei optreedt.
Er bestaat helaas geen enkele behandeling om de ontwikkeling van uitzaaiingen of hergroei van de tumor te voorkomen.

Constateert u bij uw hond of kat diktes in de buurt van de tepels, neem dan contact op met uw dierenarts. Als er vroeg wordt ineengegrepen, zijn de kansen op herstel het grootst. In overleg met uw dierenarts kunt u bepalen wat voor uw dier de beste behandelingsmethode is. Afwachten heeft geen zin, gezwellen verdwijnen nooit vanzelf.

12-10-2017

Mijten

Mijten

Mijten zijn kleine beestjes die behoren tot de spinachtigen. De meeste soorten zijn zo klein dat ze met het blote oog niet zichtbaar zijn en alleen onder de microscoop kunnen worden aangetoond.
Veel mijten brengen hun hele levenscyclus op het dier door en leggen dus niet, zoals de vlo dat doet, hun eieren in de omgeving. Infecties met mijten zijn meestal goed te bestrijden. Dat kan met een wasmiddel met een mijtdodende werking en tegenwoordig vaak ook met een injectie of met een pipetje op de huid.
De oormijt komt op deze website onder ooraandoeningen aan de orde, maar er zijn ook verschillende soorten mijten die op en in de huid leven.

Cheylletiella

Deze mijten leven in de oppervlakkige huidlagen en veroorzaken daar heel veel huidschilfers en jeuk.
We zien deze mijtjes het meest bij konijnen en een enkele keer ook bij hond of kat. Bij de mens kan een overgevoeligheidsreactie optreden, waardoor de mijtinfectie bij het huisdier ook bij mensen soms huidklachten en jeuk veroorzaakt.

Sarcoptes

Dit is de echte schurftmijt, die een enkele keer bij de hond wordt gezien. De ziekte wordt Scabiës genoemd. Meestal gaat het dan om honden die uit een minder hygiënische omgeving komen en met meerdere honden samengeleefd hebben.
De infectie ontstaat door de besmetting van hond op hond.
De infectie is niet echt besmettelijk voor de mens, maar de mijten kunnen mensen wel bijten en daardoor jeukende pukkels veroorzaken.
Bij de hond graven deze mijten zich diep in de huid in en veroorzaken naast veel jeuk ook verdikking van de huid, korsten en ontsteking.

Demodex

Deze mijtjes zijn altijd wel in de huid aanwezig en ze veroorzaken meestal geen verschijnselen. Als ze in grote aantallen aanwezig zijn, en vooral als een dier onvoldoende weerstand heeft, kan Demodex huidklachten geven.
In de meest voorkomende vorm betekent dit kaalheid, vooral op de kop en rond de ogen. Deze milde vorm gaat met behandeling meestal wel over, al kan het nodig zijn om meerdere weken lang te behandelen.
Als een dier echt een tekort in het weerstandssysteem heeft, kan Demodex een ernstig beeld veroorzaken, met naast de kaalheid ook huidontsteking over het hele lichaam. Deze ernstige vorm is veel moeilijker en soms helemaal niet te bestrijden.

Ook bij cavia’s en bij ratten en muizen komen schurftmijten voor die soms veel jeuk en korstjes over het lichaam kunnen geven. Meestal is deze schurftmijt ook goed te bestrijden.

01-03-2017

Terug naar Diereninformatie