S

  • Schildklierafwijkingen bij de hond
  • Schildklierafwijkingen bij de kat
  • Spinnende katten
  • Spoedgevallen
  • Suikerziekte

Schildklierafwijkingen bij de hond

Schildklierafwijkingen bij de hond

Soms komt er een hond op het spreekuur waarover het baasje klaagt: mijn hond wordt zo sloom! Maar het gebeurt veel vaker dat een oplettende dierenarts tijdens de jaarlijkse enting de typische gelaatsuitdrukking opvalt die past bij een hond met een traag werkende schildklier.

Bij navraag blijkt de hond dan ook slomer te zijn geworden. Vaak is de buik dikker geworden en de hond slaapt veel, liefst op warme plaatsen. De huid op de kop kan gerimpeld zijn geworden en soms zien we vachtveranderingen of zelfs kaalheid op de rug. Vaak was de eigenaar dan in de veronderstelling dat zijn/haar hond wat vroeg begon te verouderen. De diagnose hypothyreoidie (te traag werkende schildklier) kan meestal gesteld worden door een bloedonderzoek, maar soms komt er een twijfelachtige uitslag. In dat geval is een schildklierscan nodig om de diagnose met zekerheid te stellen.  Nadat de diagnose met zekerheid is gesteld, kan het eenvoudig extra verstrekken van twee keer daags een tablet dat schildklierhormoon bevat, de toestand weer corrigeren. Het resultaat is vaak verbluffend ; de ‘oude’ hond is ineens weer jong geworden!

01-03-2010

Schildklierafwijkingen bij de kat

Schildklierafwijkingen bij de kat

Vermagering bij oudere katten wordt regelmatig veroorzaakt door een te sterke werking van de schildklier.

De schildklier

De schildklier bestaat uit twee delen die aan weerszijden van de luchtpijp in het halsgebied liggen. Normaal is een schildklier bij een kat zo klein dat deze niet te voelen is. Het schildklierhormoon regelt een groot deel van de stofwisseling in het lichaam.

Oorzaak van een te sterke werking

De oorzaak is gelegen in het ontstaan van kleine goedaardige tumortjes in de schildklier (soms een, soms meerdere) of in ectopisch schildklierweefsel (dat is schildklierweefsel op abnormale plaatsen in het lichaam).

Symptomen

Een kat met een te sterke schildklierwerking vermagert terwijl de eetlust juist zeer goed is. Er wordt vaak veel gedronken. De kat vertoont vaak een nerveus, opgejaagd gedrag, heeft vaak een snelle, bonzende hartslag en een verhoogde lichaamstemperatuur. In een later stadium kan er diarree optreden en nog later kan de kat erg ziek worden en komen te overlijden.
De vergrote schildklier is soms aan de hals van de kat te voelen.

Diagnose

Veel drinken en vermageren kan ook andere oorzaken hebben (bijvoorbeeld suikerziekte of een verminderde nier- of leverfunctie). Daarom is er altijd bloedonderzoek nodig om zeker te weten er een overmaat aan schildklierhormoon is.

Behandeling

Er zijn meerdere behandelingsmogelijkheden: met medicijnen, operatief of behandeling met radioactief jodium.

Medicijnen onderdrukken alleen de productie van schildklierhormoon en de kat zal deze dan ook de rest van het leven moeten slikken. Voor het vaststellen van de juiste dosering van de tabletten is regelmatig bloedcontrole nodig. De tabletten worden meestal goed verdragen maar een enkele keer kunnen ze braakklachten en een verminderde eetlust als bijwerking hebben.

Als de reactie op medicijnen onvoldoende is of een kat slecht tabletjes inneemt kan tot operatieve behandeling besloten worden. Bij deze ingreep wordt het overmatig producerende schildklierweefsel verwijderd. Het verwijderen van een helft van de schildklier heeft geen nadelige gevolgen omdat het overgebleven deel voor voldoende hormoonproductie kan zorgen. Als de volledige schildklier verwijderd moet worden ontstaat er een hormoon tekort dat door het geven van tabletjes moet worden opgevangen. Als bij deze operatie de bijschildkliertjes niet intact blijven is bovendien een nabehandeling nodig in verband met de kalkstofwisseling in het lichaam. Of er een eenzijdige of beiderzijdse vergroting is, kan van buitenaf te voelen zijn of is tijdens de operatie te zien. Een eenzijdige vergroting kan betekenen dat er ook alleen aan die kant een verhoogde productie van hormoon is, maar in een deel van deze gevallen blijkt na verloop van tijd dat ook de schildklier aan de andere kant overgaat tot een verhoogde productie.

Een scintigrafische scan geeft een goed beeld van de activiteit van de beide delen van de schildklier en toont zelfs soms aan dat verborgen, elders gelegen schildklierweefsel ook actief is. Na het maken van de scan kan op betere gronden besloten worden tot één of tweezijdige operatie. Een nieuwe behandelingsmogelijkheid is de behandeling met radioactief jodium. Dit hoopt zich op in de schildklier en zorgt voor de vernietiging daarvan, zonder dat sprake is van bijwerkingen. De behandeling op zichzelf is niet belastend, het gaat slechts om een enkelvoudige onderhuidse injectie. De extra zorg rond de behandeling is van een andere orde en betekent onder andere dat de kat gedurende 10 tot 14 dagen geïsoleerd opgenomen moet worden.  Aangezien het om radioactiviteit gaat, mag behandeling en opname alleen onder streng gecontroleerde omstandigheden worden toegepast. Dierenkliniek de Lingehoeve in Lienden (in de Betuwe) voldoet aan alle eisen en is in Nederland momenteel de enige kliniek waar deze behandeling op verwijzing van de eigen dierenarts kan worden uitgevoerd.

Voor welke behandeling er bij een patiënt gekozen wordt hangt van allerlei omstandigheden af. Als u een kat met een te sterk werkende schildklier heeft of als we dat in de toekomst diagnosticeren, dan zullen wij graag alle mogelijkheden met u bespreken. Het effect van behandeling is vaak zeer duidelijk: de kat komt weer in zijn goede doen, gaat weer normaal eten en komt weer aan. Zo kan de kat toch nog een goede oude dag hebben!

01-03-2010

Spinnende katten

Spinnende katten

Spinnen is karakteristiek voor katachtigen. Onze huiskat spint, maar ook een behoorlijk aantal ‘grote katten’ kunnen spinnen. Ze spinnen als ze tevreden zijn of ergens van genieten. Maar ook in hoge nood of bij pijn kan een kat gaan spinnen. Het spinnen van een moederpoes bij het wassen van de jongen kan best tevredenheid zijn, maar het spinnen tijdens het persen bij een geboorte is vast niet van genoegen. Spinnen heeft waarschijnlijk zijn oorsprong in de communicatie tussen katten onderling. Jonge katjes beginnen al in de eerste levensdagen te spinnen. Moeder zal weten dat een spinnend kitten tevreden is en voor de kittens zal het spinnen van moeder een teken van veiligheid zijn.  Katten gebruiken het spinnen in hun communicatie met de mens. Veel katten gaan spinnen als het etensbakje wordt klaar gemaakt of zelfs al als ze om eten vragen. Soms is een vriendelijke woord of alleen een blik genoeg om de motor te starten.

Waarom katten bij ziekte, angst of pijn gaan spinnen is niet duidelijk. Mogelijk stellen ze zichzelf daarmee een beetje gerust in een stresssituatie. Zieke katten in een slechte toestand spinnen vaak als ze worden aangehaald. Dat zou verklaarbaar kunnen zijn doordat juist dan een vriendelijk gebaar heel veel betekent. Het aaien wordt wel degelijk op prijs gesteld, maar het hoeft niet te betekenen dat de kat ook echt gelukkig is. Er zijn stemmen die zeggen dat het trillen van het lichaam, dat ontstaat bij het spinnen, een gunstig effect heeft op genezing bij ziekte. De klassieke ‘negen levens’ van de kat hangen samen met het feit dat de diersoort vanuit heel veel ernstige situaties een grote overlevingskans heeft. De kat heeft bijvoorbeeld een groot vermogen gebroken poten weer te laten vergroeien of zware operaties goed te doorstaan. Met name die botgenezing zou bevorderd worden door de trillingen die door spinnen worden veroorzaakt. Niemand weet hoe een kat spint. Het geluid gaat continu door zowel bij inademing als bij uitademing. Ergens wordt iets in trilling gebracht om het spingeluid voort te brengen. Dat zijn niet of niet alleen de stembanden, zoals bij andere geluiden het geval is.  Sommigen denken dat het karakteristieke geluid ontstaat door trillingen van het strottenhoofd of het middenrif die een luchtverplaatsing veroorzaken in de luchtwegen. Volgens anderen wordt het trillen veroorzaakt door het stromen van bloed door een van de grote aderen, waarvan de vibratie door de luchtpijp wordt versterkt. Bepaalde emoties zouden turbulente bewegingen van het bloed veroorzaken in die ader.

Van nature spinnen katten heel zacht. Onder de huis- en raskatten zijn er echter ook zeer krachtige spinners, die op meters afstand te horen zijn.

01-06-2008

Spoedgevallen

Spoedgevallen

Wanneer met spoed naar de dierenarts?

In onderstaande gevallen is het van belang dat u meteen met een huisdier naar een dierenarts gaat, echter altijd na eerst een telefoontje naar de praktijk. Er is niet altijd een dierenarts in de kliniek aanwezig en als uw komst is aangekondigd, kunnen wij zorgen dat er toch een dierenarts zo snel mogelijk voor u klaar staat. Bovendien weet u na een telefoontje zeker dat wij zelf dienst hebben of dat u, zoals in de weekenden het geval kan zijn, verwezen wordt naar een andere praktijk.

Complicatie Mogelijke verschijnselen Zelf handelen en bijzonderheden
Ernstige ademhalingsproblemen Ademhalen met veel geluid. blauwe tong, snakken naar adem. Het dier is in paniek en durft niet te gaan liggen. Het dier zoveel mogelijk kalmeren.
Opeten van giftige stoffen, of het vermoeden daarvan Diverse verschijnselen mogelijk, zoals braken, spiertrillingen, evenwichtsstoornissen etc. Breng zo mogelijk de verpakking mee of noteer naam van de stof en de samenstelling. Een braakmiddel moet binnen een half uur na het opeten worden toegediend.
Opeten van voorwerpen   Een braakmiddel moet binnen een half uur na het opeten worden toegediend.
Maagdilatatie Plotseling opzwellen van de buik en zonder resultaat braakbewegingen maken.  
Toevallen die langer dan ongeveer 10 minuten duren Niet aanspreekbaar, spiertrillingen, opengesperde ogen met grote pupillen, speekselen, urineverlies. Voorkomen dat het dier zichzelf kan verwonden en niet het risico nemen dat u zelf door bek van het dier verwond raakt.
Oververhitting Hijgen, suf tot flauwvallen, warm aanvoelen.

 

Sterk verhoogde lichaamstemperatuur tot boven 41° C.

Rectaal de temperatuur opnemen.

 

Zo snel mogelijk afkoelen op een koele plaats of met water.

Oogluxatie Het oog puilt uit tot buiten de oogkas. Met een vochtige doek (nat gemaakt met water of met slaolie) het oog beschermen.
Stoffen in het oog Heftig dichtknijpen van het betreffende oog. Zo snel mogelijk goed met water spoelen.
Ernstige aanrijdingen Mogelijk benauwdheid, zwakte, het niet meer gebruiken van een of meerdere poten.  
Bloedverlies Bloedingen die niet vanzelf stoppen. Een bloedende verwonding kan dichtgedrukt worden met een verbandje of met de vingers.
Acute verlamming Het niet meer kunnen bewegen van een of meerdere ledematen.  
Voortdurend braken of heftige diarree Braken en diarree met sufheid, echt ziek zijn, niet eten en niet drinken. Als het dier wel drinkt maar evenveel vocht meteen weer uitbraakt: niet meer laten drinken.
Niet kunnen plassen Persen zonder (of met weinig) productie van urine.  
Diepere of grotere verwondingen   Indien mogelijk de wond afdekken Wonden kunnen alleen binnen 6 tot 8 uren na het ontstaan gehecht worden.
Brandwonden   Koelen met (stromend) koud water.
Geboorteproblemen Zonder resultaat blijven persen als het laatste jong 1-2 uur daarvoor is geboren, bij heftig persen na maximaal 20 minuten.  

01-02-2007

Suikerziekte

Suikerziekte

Voor veel mensen is suikerziekte een niet onbekende term. Suikerziekte komt ook bij mensen nogal eens voor. Er zijn veel overeenkomsten tussen de suikerziekte bij mens en dier. Het lichaam kan glucose (suiker) niet voldoende gebruiken doordat er onvoldoende van het hormoon insuline beschikbaar is. Glucose is een brandstof voor het lichaam. Onvoldoende brandstof betekent zwakte, weinig energie en vermagering. Het verloren gaan van de niet gebruikte suikers via de urine draagt bij aan de vermagering en leidt tevens tot een grote urine productie en als gevolg daarvan tot veel drinken.

Suikerziekte kan verschillende oorzaken hebben en daarin zijn enkele verschillen tussen mens en dier aan te geven. Bij alle diersoorten komt soms aangeboren suikerziekte voor, die zich dan ook al op jonge leeftijd laat zien. Zowel bij mensen als bij dieren is deze vorm alleen te behandelen met insuline injecties. Bij de mens wordt op latere leeftijd nogal eens een type suikerziekte gezien dat sterk beïnvloed wordt door leef- en voedinggewoonten en meestal goed behandelbaar is met dieetmaatregelen en tabletten. Bij honden en katten wordt deze vorm van suikerziekte niet gezien. Ook bij oudere dieren is over het algemeen alleen een behandeling mogelijk met insuline injecties.

Bij katten (en soms bij honden, vooral bij de reu) is er meestal geen oorzaak of aanleiding aan te geven voor het ontstaan van suikerziekte. Suikerziekte wordt bij de hond meestal gezien bij niet-gesteriliseerde teven en bij de kat meestal bij (te) dikke gecastreerde katers. De ontstaanswijze van deze twee is totaal verschillend. Bij de teef wordt het mechanisme om suikerziekte te krijgen aangezwengeld door het zwangerschapshormoon Progesteron of door progestativa (middelen die door de dierenarts worden toegediend om de loopsheid te voorkomen; de zogenaamde antiloopsheidprik). Dit is een van de redenen om teven vaak al in een vroeg stadium te laten steriliseren door de dierenarts.  Vetzucht bij honden blijkt niet predisponerend te zijn voor het ontstaan van suikerziekte, maar het kan een eventuele behandeling van suikerziekte wel bemoeilijken. Bij katten is gebleken dat vetzucht wel duidelijk kansverhogend werkt voor het krijgen van Suikerziekte, net zoals bij de mens. Het is dus belangrijk dat ook uw kat voldoende beweging en niet teveel eten krijgt. In de dierenwinkel kunt u speelballen kopen met gaten erin, waarin u kattensnoepjes kunt stoppen. Door te spelen met de bal komt er af en toe een snoepje uit rollen, waarmee het speelgedrag wordt gestimuleerd en geactiveerd.

Een enkele keer is suikerziekte een complicatie van een ander ziekte beeld, onder andere bij een overmaat aan bijnierschorshormoon. Naast de behandeling met insuline is dan behandeling van de primaire ziekte nodig. Bij oudere teven in de periode na de loopsheid of na een antiloopsheidinjectie ontstaat de suikerziekte dus onder hormonale invloed. Ook hier zal de suikerziekte met insuline moeten worden behandeld, maar daarnaast is het nodig elke hormoon invloed weg te nemen door de teef te “steriliseren”, dwz de eierstokken te verwijderen. Een enkele keer verdwijnt de suikerziekte weer na deze ingreep.

Als uw hond of kat dus overmatig veel gaat drinken is in de eerste plaats controle van een plasje nodig. In geval van suikerziekte zal er dan glucose in de urine worden aangetroffen. Het daarop volgende bloedonderzoek zal uitwijzen of er inderdaad sprake is van suikerziekte.

De behandeling met insuline zal dan uitgebreid met u besproken worden. In het algemeen is het zelf thuis inspuiten van hond of kat geen probleem; iedereen kan het en de dieren laten het bijna altijd zonder protest toe en wennen snel aan die nieuwe dagelijkse routine. Het is wel nodig met de suikerpatiënt een redelijk regelmatig leven te lijden. Tijdstippen voor de injectie en het eten moeten dagelijks ongeveer dezelfde zijn en de hoeveelheid beweging per dag moet ook niet al te veel variëren. Vooral bij katten blijven de behandelingskosten, na de inleidende periode met meerdere keren bloedcontrole, beperkt. Aangezien de hoeveelheid insuline die nodig is vooral wordt bepaald door het lichaamsgewicht kunnen de kosten voor een grote hond wel hoger oplopen. Ook de financiële kant van de behandeling zullen wij uiteraard vooraf met u bespreken.

01-12-2010

Terug naar Diereninformatie