Let op: er zijn gewijzigde diensten na sluitingstijd, Lees hier meer.

P

  • Plasproblemen bij katers
  • Prostaatklachten

Plasproblemen bij katers

Plasproblemen bij katers

Persen op urine kan zowel bij katers als bij poezen worden gezien.De kat zit langdurig en veel te vaak op de bak en elke keer ligt er maar een klein plasje. Soms is de overlast en de aandrang zo groot dat de dieren het ook op andere plekjes in huis gaan proberen. Dit gedrag wordt over het algemeen veroorzaakt door een blaasontsteking. Bij de kater kan echter ook sprake zijn van een verstopping van de urineweg. Bij een poes zal een verstopping niet snel voorkomen omdat bij haar de urineweg kort en ruim is. Zoals bij de meeste diersoorten is ook bij de kat de route van blaas naar buitenwereld bij het mannetje veel langer dan bij het vrouwtje, maar bij de kater is het laatste deel ervan in verhouding ook nog eens erg nauw.

De kater met een verstopping zit net als bij een blaasontsteking steeds op de bak, alleen nu komt er helemaal geen plas. Als gevolg daarvan wordt de blaas steeds voller. Dit veroorzaakt natuurlijk een ellendig gevoel in de buik en verhindert op een zeker moment de werking van de nieren. De kat toont zich dan echt ziek en dat wordt snel erger. Als de nierfunctie niet binnen één dag weer op gang komt zal de dood heel snel volgen. Ook bij blaasontsteking is het nodig de kat te laten behandelen, maar duidelijk zal zijn dat bij een blaasverstopping zo snel mogelijk contact opgenomen moet worden met de dierenarts.

Blaasgruis

Verstopping van de urineweg kan ontstaan als in de urine gruis wordt gevormd. Blaasontsteking en gruisvorming gaan vaak samen en kunnen elkaar versterken. Urineonderzoek onder de microscoop zal duidelijk moeten maken of er alleen sprake is van een ontsteking of dat er ook gruis of kristallen in de urine zitten.

Urine is op te vangen door een kattenbak met een kleine hoeveelheid grit of met de in onze kliniek verkrijgbare Katkor korrels te vullen,zodat niet alle urine door grit wordt opgezogen.

Voorkomen van blaasgruis

Waarom de ene kat wel blaasgruis vormt en de andere niet is niet precies bekend. Wel of niet castratie en het tijdstip van castratie hebben er geen invloed op. Wel is bekend dat de gruisvorming in belangrijke mate wordt beïnvloed door het voedsel. Als er blaasgruis is aangetoond, dan is een speciaal anti-blaasgruisdieet noodzakelijk. Omdat deze voeders door de dierenarts worden voorgeschreven zijn ze ook alleen bij de dierenarts verkrijgbaar. Het dieetvoer tegen het meest voorkomende gruistype bevat aangepaste gehaltes van een aantal mineralen, het zorgt voor een lage zuurgraad (pH) van de urine en het zorgt dat de kat meer plast, dus beter doorspoelt. Laat er geen verwarring zijn over het type dieet, het gaat om blaasdieet en niet om nierdieet. Bij sommige gewone kattenvoeders wordt vermeld dat het voer beschermt tegen blaasgruis. Dit voer zal bij katten zonder klachten de vorming van gruis kunnen voorkomen, maar dat is voor gruispatiënten niet afdoende.  De serieuze voederfabrikanten hebben ervoor gekozen om dieetvoeders uitsluitend via de dierenarts te verkopen, omdat ze dan ervan verzekerd zijn dat hun dieetvoer voor de juiste indicatie worden gegeven. Onze ervaringen met voeders uit de winkel die preventief zouden werken tegen blaasgruis zijn slecht. Vrijwel altijd krijgt een kater, na het geven van deze goedkopere voeders, weer last van blaasgruis.

Behandeling van de blaasverstopping

Het belangrijkste is natuurlijk dat de blaas wordt leeggemaakt. Meestal lukt dat ons door de urineweg te spoelen. Voor deze behandeling is vaak een lichte narcose nodig. Als de urineweg weer vrij is, dan volgt de nabehandeling in de vorm van antibiotica tegen de blaasontsteking en het al beschreven dieetvoer om verstopping in de toekomst te voorkomen. In enkele gevallen is een nog specifieker dieetvoer nodig, waarmee al aanwezig gruis in de blaas weer kan oplossen. Er zijn katers die ondanks deze maatregelen gruis blijven vormen en steeds opnieuw verstopt raken. Ook die katten kunnen we meestal goed helpen, zij het dan door middel van een operatieve ingreep. Bij de zogenaamde penisamputatie wordt het laatste nauwe deel van de urineweg verwijderd, zodat ook gevormd gruis, net als bij de poes goed kan worden uitgeplast.

02-12-2007

Prostaatklachten

Prostaatklachten

De prostaat is een zogenaamd accessoire geslachtsklier die bij de reu gelegen is rondom het begin van de plasbuis, direct achter de urineblaas. De belangrijkste functie is het vormen van een vloeistof die toegevoegd wordt aan het sperma tijdens de zaadlozing.  Regelmatig worden wij geconfronteerd met prostaatproblemen bij reuen, waarvan de meest voorkomende de prostaatvergroting is. Een vergrote prostaat komt vooral bij oudere, intacte reuen voor en is vrijwel altijd goedaardig.  De klachten kunnen zijn: minder goed de plas ophouden en soms moeite bij de stoelgang. Daarbij kan het opvallen dat de ontlasting een afgeplatte vorm heeft.  Ook prostaatontsteking zien we regelmatig, meestal in combinatie met een prostaatvergroting. Veelal zien we dat een reu dan druppelsgewijs druppels bloederige vloeistof verliest uit de penis, onafhankelijk van het plassen.  Een prostaatontsteking kan soms dermate ernstig worden, dat er een abces ontstaat. Dat is een levensbedreigende situatie; het abces kan doorbreken naar de buikholte met als gevolg shock en/of buikvliesontsteking. Een operatie kan levensreddend zijn.  De groenige druppels die bijna elke reu wel eens als afscheiding verliest zijn een gevolg van een voorhuidsontsteking en hebben dus niet met de prostaat te maken.

Prostaatcysten zijn met vocht gevulde holtes in de prostaat die bij kunnen dragen aan de prostaatvergroting. Ook aan het kapsel van de prostaat kunnen cysten ontstaan die soms erg groot kunnen worden en aanleiding kunnen vormen voor mechanische problemen. Die kunnen zo ernstig zijn dat de stoelgang volledig onmogelijk wordt, bijvoorbeeld als een prostaatkapselcyste in de bekkenholte komt te liggen en de endeldarm volledig dicht drukt.  Er kan zelfs verscheuring van spieren ontstaan, waardoor er een dambreuk ontstaat. De reu zit dan steeds te persen en daarbij zie je onder/naast de anus een zwelling uitpuilen.  Tenslotte zien we soms ook prostaatkanker bij reuen. Dat wordt vaker gezien bij gecastreerde reuen. De prognose van prostaatkanker is natuurlijk minder gunstig en vereist een specialistische aanpak.  Voor de diagnostiek van prostaatproblemen is in eerste instantie het normale klinisch onderzoek dat de dierenarts uitvoert al heel belangrijk. Echografisch onderzoek kan de afwijkingen gedetailleerd in beeld brengen.  Er bestaat ook de mogelijkheid van bloedonderzoek om goedaardige prostaatvergroting in een vroeg stadium op te sporen, maar hier wordt voor zover ons bekend weinig gebruik van gemaakt. Goedaardige prostaatvergroting wordt meestal hormonaal behandeld, prostaatontsteking meestal met antibiotica.

01-08-2014

Terug naar Diereninformatie