Vaccinatie
Wat is een vaccinatie of inenting
Vaccinatie is mogelijk tegen een aantal ziekten waarbij een ziekteverwekker van buitenaf het lichaam binnendringt, via de luchtwegen, via de bek en soms via wondjes.
Na contact met ziekteverwekkers, zoals bijvoorbeeld virussen, reageert het lichaam met de vorming van antistoffen en/of de vorming van afweercellen. Maar ondertussen maakt de patiënt een periode van ziekte door die in sommige gevallen zelfs fataal afloopt. Als de patiënt de ziekte overleeft zullen de afweerstoffen en/of de afweercellen, als die dezelfde ziekteverwekker opnieuw tegenkomen, de ziekteverwekker snel neutraliseren. Het dier wordt op dat moment niet ziek.
Een vaccinatie imiteert dit proces. In een vaccin is het deel van de ziekteverwekker dat de weerstandsreactie oproept behouden en is het deel dat ziekte veroorzaakt onwerkzaam gemaakt.
Nadat het vaccin is ingespoten reageert het lichaam met opbouw van antistoffen zonder dat er sprake is van ziekteverschijnselen. Deze antistoffen blijven een à drie jaar aanwezig, maar soms ook langer.
Tegen welke ziekten kan gevaccineerd worden?
Honden
✔ |
Hondenziekte
Verschijnselen zijn acuut en ernstig, met o.a. hoge koorts, diarree, ontstoken ogen, longontsteking en hersenverschijnselen, met vrijwel altijd een dodelijk verloop. |
✔ |
Besmettelijke leverziekte
Vooral voor jonge dieren een, door de ernstige verstoring van de leverfunctie, vaak zeer snel dodelijk verlopende ziekte. Soms zijn de verschijnselen milder en kan een hond herstellen. |
✔ |
Parvovirusdiarree
De ziekte gaat samen met hoge koorts, braken, bloederige diarree en grote kans op uitdroging. Vooral bij jongere dieren, maar bij iedere hond met onvoldoende weerstand kan het verloop levensbedreigend zijn. Het virus verspreidt zich via ontlasting. |
✔ |
Ziekte van Weil (leptospirose)
De bekendste is de vorm die via rattenurine wordt overgebracht en dus kan voorkomen in en bij water waarin ratten kunnen zitten. Deze ziekte is ook gevaarlijk voor de mens. Een andere vorm van leptospirose wordt via urine van hond op hond overgebracht. Ook bestaan er vormen van Leptospirose die door muizen worden overgebracht. De ziekteverschijnselen berusten vooral op de ernstige gevolgen van een stoornis in lever- en nierfunctie en het verloop is vaak dodelijk. |
✔ |
Kennelhoest
De oorzaak hiervan is een combinatie van virussen (o.a. het para-influenza virus), een bacterie (Bordetella) en vaak ook invloed van de omstandigheden waarin veel honden bij elkaar zijn, zoals in pensions. De ziekte uit zich vooral door een hinderlijke hoest, meestal zonder echt ernstige ziekteverschijnselen, maar vaak wel in een nogal hardnekkige vorm. |
✔ |
Hondsdolheid (rabiës)
Een zeer ernstige, ook voor de mens levensgevaarlijke ziekte met zenuwverschijnselen. Verspreiding gaat via speeksel, vooral via bijtwonden. In Nederland komt hondsdolheid tegenwoordig niet voor. |
Vaccinatieschema voor honden:
6 weken leeftijd |
hondenziekte en parvo |
9 weken leeftijd |
parvo, ziekte van weil en kennelhoest *) |
13 weken leeftijd |
cocktail **) |
op 1 jarige leeftijd |
cocktail |
daarna 2 jaren achtereen |
jaarlijkse ziekte van weil |
op 4 jarige leeftijd |
cocktail |
daarna |
2 jaren achtereen ziekte van weil en het derde jaar weer een cocktail |
*) kennelhoest: het parainfluenzavirus en de bordetellabacterie (neusdruppelenting)
Aangezien veel pups naar een puppycursus gaan of op andere wijze met andere pups in contact komen, adviseren wij pups op een leeftijd van 9 weken tegen kennelhoest te laten vaccineren.
Voor volwassen honden is de kennelhoestenting voornamelijk nodig is als de hond in pension gaat of veel in een groep honden verblijft zoals bij de hondenclub, uitlaatservice of creche. Als voordurende bescherming gewenst is, moet de neusdruppelenting jaarlijks worden herhaald.
**) hondenziekte, parvo, leverziekte, parainfluenza, ziekte van weil.
Van de bescherming tegen hondenziekte en parvo is bij het door Dierenkliniek Duurstede gebruikte vaccin komen vast te staan dat het gedurende drie jaren een goede bescherming geeft tegen deze twee ziekten. Vandaar dat wij de tussentijden tussen de grote cocktailentingen vanaf 2008 verlengd hebben van 2 naar 3 jaar.
Dit geldt nadat de hond de juiste puppy-entingen gehad heeft en daarna op 1 jarige leeftijd een cocktail enting heeft gehad.
Let op: Als uw hond niet in onze kliniek gevaccineerd is, dan is er mogelijk gebruik gemaakt van een vaccin met ook voor hondenziekte en parvo een werkingsduur van slechts 1 jaar.
Tegen ziekte van Weil moet altijd jaarlijks worden gevaccineerd.
De hondsdolheid vaccinatie is alleen nodig (en dan ook verplicht) bij bezoek aan het buitenland.
Zie voor verdere informatie Vakantie en huisdieren.
Katten
✔ |
Kattenziekte
Een acuut, zeer ernstig ziektebeeld, met diarree, koorts, bloedarmoede en zeer snel uitdrogings-verschijnselen. Kattenziekte heeft vrijwel altijd een dodelijk verloop. |
✔ |
Niesziekte
Het meest kenmerkende verschijnsel is niezen. Verder varieert het ziekte beeld van een milde vorm waarin naast het niezen nauwelijks verschijnselen merkbaar zijn tot een ernstige vorm met zowel ontsteking van de neusholte als ontsteking van ogen, keel en mondholte. In de ernstiger vorm voelt de kat zich ook echt ziek, heeft koorts en wil niet eten en drinken. Meestal zal ook zo’n kat met een goede behandeling gelukkig kunnen herstellen, bij uitzondering kan de infectie tot de dood leiden. Soms blijven herstelde dieren nog zeer langdurig niezen. Soms zien we andere symptomen zoals huidontstekingen of gewrichtsontstekingen. |
✔ |
Hondsdolheid
Voor de kat geldt hetzelfde als bij de hond. |
Kitten met niesziekte.
Vaccinatieschema voor katten:
9 weken leeftijd |
katten- en niesziekte |
12 weken leeftijd |
katten- en niesziekte |
op 1 jarige leeftijd |
katten- en niesziekte |
daarna 2 jaren achtereen |
niesziekte |
op 4 jarige leeftijd |
katten- en niesziekte |
daarna |
2 jaren achtereen alleen niesziekte en het derde jaar weer katten- en niesziekte |
Van het door Dierenkliniek Duurstede gebruikte vaccin is komen vast te staan dat het gedurende drie jaren een goede bescherming tegen kattenziekte geeft. Vandaar dat wij de tussentijden tussen de vaccinaties tegen kattenziekte vanaf 2009 verlengd hebben van een naar drie jaar.
Dit geldt alleen als de kat op tenminste 1-jarige leeftijd tegen kattenziekte is gevaccineerd.
Let op: Als uw kat niet in onze kliniek gevaccineerd is, dan is er mogelijk gebruik gemaakt van een vaccin dat ook voor kattenziekte maar een werkingsduur van een jaar heeft.
Tegen niesziekte moet altijd jaarlijks worden gevaccineerd.
De hondsdolheidenting is alleen nodig (en dan ook verplicht) bij bezoek aan het buitenland.
Waarom vaccineren?
Uiteraard vooral omdat vaccinatie de grootste zekerheid geeft dat een huisdier niet één van de genoemde ernstige ziekten zal oplopen.
Daarnaast is het resultaat van het regelmatig vaccineren dat de betreffende virussen steeds minder voorkomen. De kans om in Nederland katten- of hondenziekte op te lopen is daardoor gelukkig veel kleiner dan vroeger.
Als we echter zouden stoppen met vaccineren, dan zou een aantal virussen binnen korte tijd weer op grote schaal voorkomen en net als vroeger een bedreiging vormen voor de gezondheid van onze huisvrienden.
Titeren of vaccineren?
Tegenwoordig wordt ons vaak gevraagd of wij ook titeren. Wat houdt dat in: titeren? Hieronder wordt verstaan een bloedonderzoek waarbij de hoeveelheid afweerstoffen tegen een bepaalde ziekte wordt vastgesteld. Daarmee kan dan bepaald worden of een dier weer aan een vaccinatie toe is. Titeren is tegenwoordig ook mogelijk bij Dierenkliniek Duurstede. Klik hier voor meer informatie.
01-12-2017