Let op: er zijn gewijzigde diensten na sluitingstijd, Lees hier meer.

L

  • Laboratorium onderzoek
  • Leeftijd hond en kat
  • Leptospirose
  • Leverontsteking bij de hond
  • Likgranuloom

Laboratorium onderzoek

Laboratorium onderzoek

        

Voor een volledige diagnose is het soms nodig om een uitgebreider laboratoriumonderzoek te doen als aanvulling op het algemene onderzoek. Soms moeten wij een beroep doen op een extern laboratorium.
Maar veel onderzoeken kunnen wij zelf doen bij ons in de praktijk. Hierdoor zijn we in staat een snelle en efficiënte diagnose te stellen.

Leeftijd hond en kat

Leeftijd hond en kat

Er wordt vaak gezegd dat elk honden- of kattenjaar voor zeven mensenjaren telt, maar dat gaat niet helemaal op. Een poes van een jaar oud kan al ruimschoots moeder zijn, terwijl dat voor mensenkinderen van zeven jaar gelukkig nog lang niet aan de orde is. En er zijn meer katten van 17 jaar oud, dan er mensen van 119 jaar zijn.
In onderstaande tabel staat de katten- en de honden-leeftijd naast de vergelijkbare leeftijd bij de mens.
Katten bereiken gemiddeld een hogere leeftijd dan honden. Kleinere hondjes zijn eerder volwassen en worden gemiddeld ouder dan grotere hondenrassen.

Onderstaand schema geeft een indicatie welke leeftijd van de mens vergelijkbaar is met de leeftijd van huisdieren.

Leeftijd van de  kat of hond Bij behorende mensenleeftijd
    Kat     Kleine hond     Grote hond  
0,5 12 10 8
1 18 16 14
2 25 22 20
3 30 28 27
4 35 34 36
5 40 39 44
6 43 44 52
7 46 49 60
8 49 54 67
9 53 59 74
10 57 63 81
11 61 67 87
12 65 71 93
13 70 75 100
14 75 80
15 80 86
16 85 92
17 90 98
18 95 104
19 99
20 103

Leptospirose

Leptospirose

Leptospirose is de verzamelnaam voor ziekten bij mensen en dieren die veroorzaakt worden door Leptospiren. Dat zijn bacteriën die bij vrijwel alle zoogdieren voor kunnen komen, maar vooral bij knaagdieren en insectenetende zoogdieren. Leptospiren zijn spiraalvormige bacteriën die lastig te kweken zijn in een laboratorium en alleen met speciale technieken microscopisch zichtbaar zijn te maken.
Er zijn ongeveer 200 soorten bekend, maar in Nederland zijn de drie bekendste vormen van Leptospirose: Ziekte van Weil (veroorzaakt door L. icterohaemorrhagiae), Melkerskoorts (veroorzaakt door L. hardjo) en Modderkoorts (veroorzaakt door L. grippotyphosa). De laatste jaren is ook een ander type in Nederland vastgesteld, namelijk Leptospira Australis. Bij honden komt ook Leptospira canicola voor.

Eerstgenoemde komt vooral voor in rattenurine en kan als zodanig ook in het oppervlaktewater komen. Ziekte van Weil is de meest kwaadaardige vorm van Leptospirose en is levensbedreigend. Patiënten met ziekte van Weil vertonen tekenen van nierfalen, leverfalen en bloedingen. Ze kunnen daarnaast tal van complicaties krijgen zoals hartspierontsteking en hersenvliesontsteking. Vooral vissers, jagers, zwemmers in natuurwater, muskusrattenvangers en dergelijke lopen risico om de ziekte op te lopen.
Maar ook honden zijn erg gevoelig voor infectie. Omdat de meeste honden jaarlijks worden gevaccineerd tegen Ziekte van Weil (en daarnaast tegen drie  andere vormen van Leptospirose), zien we tegenwoordig weinig gevallen van Ziekte van Weil bij honden. Maar voor gevoelige honden ligt de Leptospirose altijd op de loer en dan vooral in sloten, meertjes, poelen en dergelijke. Honden kunnen ook elkaar of mensen infecteren, omdat een hond die de infectie heeft doorgemaakt vaak nog langere tijd bacteriën blijft uitscheiden via de urine. Dat is trouwens een typische eigenschap van alle Leptospiren: ze worden vooral uitgescheiden via urine van besmette dieren (al of niet ziek).
Omdat er slechts 30 ernstige gevallen van Leptospirose per jaar worden geconstateerd bij mensen in Nederland (waarvan ongeveer 1/3 is opgelopen in het buitenland), is het niet gebruikelijk om mensen voorbehoedend te vaccineren. De laatste jaren neemt de incidentie echter toe!
Honden lopen, vanwege hun onderzoekende gedrag in de natuur, veel meer risico om een infectie op te lopen dan mensen. Daarom, en ook om indirect de baas van de hond te beschermen, wordt algemeen geadviseerd om honden jaarlijks te vaccineren tegen Leptospirose.

Melkerskoorts wordt veroorzaakt door L. hardjo en kwam enige jaren geleden nogal eens voor bij melkveehouders die de infectie hadden opgelopen ten gevolge van hun contact met runderurine. Op dit moment komt de ziekte, dankzij een bestrijdingsprogamma in de melkveehouderij, nauwelijks meer voor.
Modderkoorts kan opgelopen worden door contact met urine van veldmuizen of muskusratten. Vooral boswachters en muskusrattenvangers kunnen deze ziekte oplopen.

11-10-2017

Leverontsteking bij de hond

Leverontsteking bij de hond

Chronische leverontsteking bij de hond

Ook bij honden komt hepatitis (leverontsteking) nogal eens voor. We kennen verschillende vormen: de peracute vorm, de acute vorm en de chronische vorm. Een acute leverontsteking kan ook overgaan in een chronische vorm. De peracute vorm is veelal dodelijk, de andere twee zijn, bij achterwege blijven van een behandeling, op termijn vaak ook dodelijk.

Daarom is het zaak tijdig de dierenarts te consulteren als de hond ziek is en niet eerst een tijd aan maar aan laten modderen. Het eindstadium van chronische leverontsteking is levercirrhose, waarbij de lever helemaal verbindweefseld is en dus niet meer functioneert. Er is dan geen behandeling meer mogelijk. 
De oorzaak van leverontstekingen bij de hond kan divers zijn. Zo bestaat er een virus, die een besmettelijke vorm van hepatitis kan veroorzaken (Heptatitis contagiosa Canis), maar die wordt tegenwoordig, dankzij de vaccinaties, zelden meer gezien. 

Maar ook vergiftigingen met tal van stoffen kunnen hepatitis veroorzaken. Giftige paddenstoelen kunnen bijvoorbeeld een zeer ernstige leverontsteking veroorzaken.
Bij diverse rassen bestaan er koperstapelingsziekten, waarbij te grote hoeveelheden koper in de lever wordt opgeslagen en die grote hoeveelheden koper zijn giftig voor de lever. Rassen waarbij deze koperstapelingsziektes nogal eens voorkomen zijn de Bedlington terrier en de Labrador retriever, maar ook bij andere rassen komt koperstapelingsziekte nog wel eens voor. 
Vaak wordt de oorzaak van een leverontsteking echter niet (meer) achterhaald.
Een hond met een (per)acute hepatitis is acuut ernstig ziek, waarbij het braken een belangrijk symptoom is. Soms is er sprake van koorts en er kan sprake zijn van geelzucht. 
Bloedonderzoek is belangrijk voor de diagnostiek. Bij chronische hepatitis is een hond meestal minder ziek; er is dan sprake van wat sloomheid, wat verminderde eetlust, soms wat braken en langzame vermagering. 
Pas als de ziekte ver gevorderd is, kan er zich vocht gaan ophopen in de buikholte en kan er soms geelzucht optreden.

01-05-2016

Likgranuloom

Likgranuloom

Een likgranuloom is een huidverandering op het onderste deel van de poten, die ontstaat als gevolg van likken en bijten door de hond zelf.

De oorzaak

De aanleiding om op zo’n plaats te gaan likken is niet altijd duidelijk, maar waarschijnlijk gaat het vooral om psychische redenen, nervositeit, stress door allleen thuis zijn, angst ergens voor en een enkele keer als reactie op een onbehaaglijk gevoel elders in het lichaam. Als regel is een hond met een likgranuloom verder volledig gezond.
Net als bij nagelbijten mensen is misschien aan het begin nog wel een oorzaak aan te wijzen, maar na verloop van tijd wordt het een gewoonte die zichzelf onderhoudt.

Het verloop

Door voortdurend likken wordt de huid dikker en verdwijnen de haren. Als de hond er erg heftig aan likt en bijt ontstaat een oppervakkige ontsteking waarbij de huidverandering lijkt op die bij de hot spot. In ernstiger gevallen is er een diepere ontsteking, waarbij uit kleine wondjes steeds ontstekingsvocht komt.
Dat is voor de hond een reden om steeds opnieuw de betreffende plek door likken schoon te maken en zo onderhoudt het verschijnsel zichzelf.

De behandeling

Uiteraard moet een ontsteking als zodanig behandeld worden. Het likgranuloom kan echter alleen echt overgaan als de hond stopt met eraan te likken.
Verband of een sok is de eerste mogelijkheid. Een ontstoken plek mag daarbij niet langdurig opgesloten zitten onder een vochtig verband.
De tweede mogelijkheid is een kraag die verhindert dat de hond de plek met de bek kan bereiken.
Het effect van jeukstillende middelen of middeltjes die zo vies zijn dat de hond er niet meer aan wil likken, valt nogal eens tegen. In enkele gevallen kan een injectie op de betreffende plek de irritatie doen verminderen.

En als een likgranuloom op de ene poot dan helemaal genezen is, beginnen sommige honden aan een van de andere poten opnieuw. Bij een aantal dieren is het onmogelijk het verschijnsel volledig te bestrijden.

Niet iedere knobbel aan de poten waaraan gelikt wordt, is een likgranuloom. Er kan ook sprake zijn van een huidtumor. Daarom is het altijd verstandig om bij de aanwezigheid van een knobbel tijdig de dierenarts te consulteren.

11-10-2017

Terug naar Diereninformatie