Cushing
Bij mensen, maar ook bij honden en paarden, komt soms de Ziekte van Cushing voor. Deze ziekte is een gevolg van een overmaat aan een bijnierschors-hormoon, genaamd cortisol. Daarom wordt de ziekte ook hypercortisolisme genoemd.
In dit artikeltje bespreken we deze ziekte alleen voor de hond. Ongeveer een op de 2000 honden krijgt hypercortisolisme. Het bijnierschorshormoon cortisol wordt van nature gevormd in de bijnieren en wel in de buitenste laag van de bijnieren, de bijnierschors genoemd. Dit cortisol heeft een belangrijke functie in het beheersen van (chronische) stress.
Vandaar dat hypercortisolisme ook kan ontstaan als gevolg van chronische stress. Maar deze vorm van hypercortisolisme is eigenlijk fysiologisch en wordt vooral gezien bij wilde dieren in de natuur tijdens barre weersomstandigheden en voedselschaarste.
Bij de ziekte van Cushing is er echter sprake van een abnormale overproductie van Cortisol. Daarnaast kan de ziekte ontstaan door toediening van medicijnen met een soortgelijke werking als cortisol (prednisolon e.d.).
De verschijnselen van ziekte van Cushing kunnen zijn: veel drinken en veel plassen, verhoogde eetlust, kaalheid, spieratrofie (vermindering van de spieromvang), het ontstaan van een dikke buik, verkalking in de huid, verkleining van de testikels, uitblijven van de loopsheid, sloomheid, de huid wordt dunner en hyperpigmentatie (zwartverkleuring) van de huid.
Lang niet alle genoemde verschijnselen hoeven gelijktijdig voor te komen. Soms wordt een hond aangeboden met als enige klacht veel drinken en plassen en die blijkt dan soms de Ziekte van Cushing te hebben.
Deze ziekte kan veroorzaakt worden door een tumor in de bijnierschors zelf, of door een tumor in de hypofyse (het hersenaanhangsel). Door middel van bloedonderzoek gecombineerd met een test, kan de diagnose gesteld worden en veelal kan de test ook uitwijzen of de oorzaak in de hypofyse zit of in de bijnierschors.
De tumoren in de hypofyse zijn meestal goedaardig, maar kunnen, naast de bovengenoemde problemen, soms ook lokale problemen geven door bijvoorbeeld druk op de hersenen. De bijnierschorstumoren zijn in de helft van de gevallen kwaadaardig en kunnen dus uitzaaien naar elders in het lichaam, zoals naar de longen.
Tegenwoordig wordt, als de diagnose is gesteld, meestal geadviseerd om een CT-scan te laten maken. Bij een hypofysetumor in ieder geval van de hypofyse, bij een bijnierschorstumor niet alleen van de bijnieren, maar ook van lever, longen en ook de hypofyse (sommige honden hebben zowel een bijnierschorstumor als een hypofysetumor).
De behandeling van honden met de Ziekte van Cushing, veroorzaakt door een tumor in de hypofyse of in de bijnierschors, is altijd kostbaar en soms ingrijpend, maar vaak wel zeer dankbaar. Zelfs uitgezaaide bijnierschorstumoren zijn vaak uitstekend behandelbaar!
Bijnierschorstumoren kunnen soms operatief volledig verwijderd worden. Hypofysetumoren zijn ook vaak operatief te verwijderen, maar dat wordt alleen gedaan bij wat minder oude honden en bij oude honden met problemen die veroorzaakt worden door de lokale aanwezigheid van de tumor (zoals ernstige koppijn, epilepsie).
Een andere mogelijkheid van behandeling is een behandeling met bijnierschorsremmende medicijnen, maar de lokale problemen die sommige hypofysetumoren kunnen geven, worden hiermee niet verholpen.
Honden met ziekte van Cushing hebben ook een sterk vergrote kans op het krijgen van suikerziekte, zeker zolang er nog geen behandeling is ingesteld. Deze twee ziektes komen dus nogal eens gelijktijdig voor.
Iatrogene Cushing, die veroorzaakt wordt door verstrekking van medicijnen met een Cortisolachtige werking, is eenvoudig te behandelen door de medicatie geleidelijk af te bouwen. Het plotseling staken van een dergelijke medicatie is risicovol, i.v.m. de kans op het ontstaan van hypocortisolisme.
01-05-2016