A

  • Afscheid nemen, en dan?
  • Allergie
  • Anaalklieren
  • Astma bij kat

Afscheid nemen, en dan?

De beslissing

Afscheid nemen en dan?
Een van de moeilijkste beslissingen in het leven, is die over leven en dood. Zeker als deze beslissing betrekking heeft op een ander levend wezen waar je veel om geeft. Het is dan ook heel menselijk dat als je ziet dat het minder gaat met je huisdier, je wilt voorkomen dat het lijdt; ‘dat heeft hij niet verdiend’. Ook is het natuurlijk dat er dan twijfel ontstaat; ’waar doe je goed aan, wanneer is het moment om te kiezen voor euthanasie’? Is dat als hij pijn krijgt? Maar hoe merk je dat als eigenaar? Bovendien kunnen niet alleen pijn, maar ook zaken als verwarring, continue angst dan wel een uitzichtloze ongeneeslijke ziekte de kwaliteit van leven enorm verminderen en aanleiding zijn om euthanasie te overwegen. Graag willen wij u bijstaan in dit voor u als huisdierenbaasje lastige traject.

Euthanasie door de dierenarts op de praktijk

Het bespreken en/of uitvoeren van een euthanasie doen we graag op een rustig tijdstip in de dierenkliniek, dus niet tijdens het inloopspreekuur. Of de hele ziektegeschiedenis van uw dier bekend is of niet, er zal altijd door één van onze dierenartsen samen met u naar de situatie gekeken worden en besproken worden wat de mogelijkheden zijn. Het komt namelijk voor dat er toch behandelingsopties zijn, waar u zelf niet aan had gedacht. Als er uiteindelijk besloten wordt tot euthanasie dan gebruiken we bij voorkeur een aparte ruimte, waar u in alle rust afscheid van uw huisdier kunt nemen.

Euthanasie door de dierenarts aan huis

Wat veel mensen zich niet realiseren is dat de euthanasie van hun huisdier ook thuis kan plaatsvinden. Dit kan voor uw huisdier prettiger zijn wanneer het erg ziek is, niet meer zo mobiel is of gewoon erg gespannen of angstig is in de dierenkliniek. Ook voor u zelf kan het de voorkeur hebben om dit laatste moment niet in de kliniek maar in de vertrouwde huiselijke omgeving te beleven.

De euthanasie

Een hond wordt eerst met een injectie in een roes gebracht. Het duurt 10-15 minuten voordat deze prik is ingewerkt. Meestal laat de dierenarts u nu even alleen, maar als u dit prettiger vindt dan kunnen we ook bij u blijven totdat uw dier slaapt. U mag hierin uiteraard uw wensen aangeven.

Als de hond rustig is geeft de dierenarts een injectie in een ader met een overdosis van een zwaar slaapmiddel. Meestal staat het hart dan binnen één minuut stil, soms gaan er een paar minuten overheen, maar in elk geval merkt de hond er niets van. Bij katten spuiten we vaak het zware slaapmiddel direct in de buik. Die prik voelen ze nauwelijks. Het middel brengt de kat in slaap. Die wordt steeds dieper totdat het hart stilstaat. Het tijdsverloop bedraagt meestal ongeveer tien minuten, maar soms gaat het veel sneller. Bij konijnen, cavia’s en andere kleine dieren verloopt alles op dezelfde manier als bij de kat.

Soms worden spiertrillingen gezien en haalt het dier nog een paar keer diep adem. Dit zijn reflexen van het lichaam, waar uw huisdier niets meer van merkt. De meeste dieren hebben hun ogen open als ze zijn overleden. Voor alle dieren is het prettig als het baasje erbij is, zeker tot het moment waarop ze in slaap gevallen zijn. In het algemeen is het voor kinderen niet bezwaarlijk aanwezig te zijn. Vaak zal het ook hen kunnen helpen bij het verwerken van het verlies als ze de zekerheid hebben dat een dier rustig is ingeslapen. Ook helpt het kinderen soms om een afscheidsbrief te schrijven of een tekening te maken.

U kunt ook altijd de ruimte even verlaten en later terugkomen. De dierenarts zal naar het hart luisteren en bevestigen dat het dier overleden is. U kunt hierna zoveel tijd nemen als u wilt om afscheid te nemen van uw huisdier. Ook vinden wij het niet vreemd als u bijvoorbeeld een beetje haar mee wilt nemen of nog foto’s maakt.

De mogelijkheden na overlijden

U kunt uit verschillende mogelijkheden kiezen wat betreft het lichaam van uw hond of kat:

1 – Het huisdierencrematorium/ begraafplaats.
Net als bij mensen kunnen dieren gecremeerd of begraven worden. Er zijn diverse dierencrematoria in Nederland, ook in de omgeving van Wijk bij Duurstede. De dichtst bijzijnde dierencrematoria zijn in Rhenen, Utrecht of in Nieuwegein. Het crematorium waar we ook veel goede ervaringen mee hebben zit in Nootdorp en zij hebben ook een vestiging in Roermond.
U kunt er voor kiezen om uw huisdier zelf weg te brengen, op te laten halen vanaf de dierenkliniek of vanaf uw eigen huis. Als een dier door het dierencrematorium is opgehaald, neemt het crematorium daarna contact op met de eigenaar om te vertellen dat het dier is aangekomen en uw wensen te bespreken. Uw huisdier kan individueel of met andere dieren samen worden gecremeerd. In het laatste geval worden de resten uitgestrooid door het crematorium op een daartoe bestemd veldje of over zee. In het eerste geval kunt u, als u dat wilt, de as terugkrijgen. Er zijn daarvoor zelfs speciale urnen. In de kliniek hebben wij een informatiebrochure van dierencrematoria en informatie over enkele dierenbegraafplaatsen. Bij het dierencrematorium ‘De Grebbehof’ in Rhenen bevindt zich tevens een dierenbegraafplaats.

2 – Meenemen naar huis en zelf begraven.
Hoewel het per gemeente verschilt mag u huisdieren tot een bepaald formaat thuis begraven in uw eigen tuin. Dat geldt niet voor landbouwhuisdieren zoals runderen, schapen, geiten of paarden!

3 – Uw huisdier achterlaten bij de dierenarts.
Als u ervoor kiest om uw huisdier achter te laten bij de dierenarts en geen crematie wenst, dan houdt dit in dat het dier met andere overleden dieren meegaat. De dieren worden opgehaald door een daarin gespecialiseerd bedrijf en worden dan naar een destructiebedrijf getransporteerd. Totdat dit bedrijf langskomt, zal uw huisdier in een koeling worden bewaard.

4.- Het dierdonorcodicil.
Dierenkliniek Duurstede heeft met de Stichting Proefdiervrij en de Rijksuniversiteit Utrecht een overeenkomst gesloten om overleden dieren, waarvan de eigenaar daar toestemming voor gegeven heeft, te bestemmen voor gebruik tijdens de anatomielessen voor de opleiding van de dierenartsen. Er zijn wel een aantal voorwaarden gesteld om het overleden dier hiervoor geschikt te laten zijn. De dierenarts kan u hierover informeren.

Uw hond uitschrijven bij de gemeente/ BSR

Als u een hond heeft, dan betaalt u ieder jaar hondenbelasting. De gemeente Wijk bij Duurstede heeft de uitvoering van de meeste lokale belastingen overgeheveld naar de Belastingsamenwerking Rivierenland te Tiel. Zo ook de hondenbelasting. U krijgt dus van de BSR een aanslag. U kunt bij of na het overlijden van de hond een euthanasieverklaring van ons krijgen waarmee u de hondenbelasting bij de BSR stop kan zetten. Stuur dit dus niet naar de gemeente op!

Verdriet

Het is normaal dat de dood van een huisdier gevolgd wordt door een periode van rouw. Het klinkt zwaar en voor sommige mensen misschien overdreven, maar het betekent alleen maar dat verdriet tijd nodig heeft om verwerkt te worden, ook het verdriet om een verloren huisdier. Als u na de dood van een huisdier er graag nog even over wilt praten of nog vragen hebt, willen wij, zowel de dierenartsen als de assistentes daarvoor graag bereikbaar zijn.

Bij overige vragen kunt u natuurlijk altijd bij ons terecht! Ook als u al vooraf wensen wilt doorgeven die u liever op het moment zelf niet wilt bespreken, dan is dat natuurlijk mogelijk. Dan hoeft u zich daar niet meer druk over te maken op het vaak emotionele moment zelf.

01-05-2016

Allergie

Allergie

Als een dier (of mens) in contact komt met een stof die normaal niet in het lichaam thuishoort, dan ontstaat een afweer reactie. Als het om een ziekteverwekker gaat, zorgt die afweerreactie er voor dat die ziekteverwekker bestreden wordt. Bij allergie is er sprake van een vergelijkbare, maar veel te sterke reactie, die ongewenste verschijnselen als gevolg heeft. Bij de mens is hooikoorts een bekende vorm van allergie; het allergeen (de stof waarop het lichaam te heftig reageert) is in dit geval stuifmeel van planten dat wordt in geademd. Dieren vertonen als allergische reactie vooral huidklachten die samengaan met veel jeuk; een enkele keer is diarree een gevolg van een overgevoeligheidsreactie; bij uitzondering en dan voornamelijk bij katten, wordt niezen, hoesten en/of benauwdheid gezien.

Oorzaken van allergische reacties

Om een allergische reactie te ontwikkelen moet er een periode contact met de betreffende stof geweest zijn. Ook na een langere tijd contact zonder klachten kan een lichaam plotseling een overmatige reactie vertonen als er weer een hernieuwd contact is geweest met het allergeen.
Er bestaan, naast de normale contactallergie en de vlooienallergie, eigenlijk twee soorten huidallergie, namelijk voedingsallergie en -atopie.

Contact-allergie

Bij vlooienallergie volgt de allergische reactie op contact met het vlooienspeeksel dat bij de vlooienbeet wordt ingebracht.

In huis kunnen zich allerlei stoffen bevinden die door direct contact of door inademing oorzaak van allergische huidklachten kunnen zijn. Huisstof en huisstofmijten zijn ook voor mensen maar ook bij honden met allergie bekende voorbeelden. Maar ook bekledingsstoffen, schoonmaakmiddelen en heel veel andere stoffen kunnen boosdoener zijn. En het aantal mogelijkheden buitenshuis is al niet kleiner. Stuifmeelkorrels (pollen) van gras, kruiden, bomen of struiken kunnen bij sommige dieren een allergische reactie opwekken..

Voedingsallergie

Voedingsallergie wordt veroorzaakt door een bestanddeel van het voer, meestal een eiwit, waartegen het lichaam een allergische reactie ontwikkelt zodra het wordt ingenomen. Dat uit zich vooral in jeuk, rode pukkels en huidbeschadigingen door het krabben en bijten van de jeuk. Dat kan in principe over het hele lichaam het geval zijn. De diagnose is te stellen door gedurende minimaal zes weken een voer te verstrekken waarin het allergeen afwezig is. Men noemt dat een eliminatiedieet. Dermatologen adviseren meestal om een zelf bereid voer te verstrekken van rijst gecombineerd met een eiwitbron die de hond of kat nooit eerder gegeten heeft, bijvoorbeeld paardenvlees. De meeste mensen zien erg op tegen het zelf bereiden van een dergelijk voer. Daarom wordt vaak gekozen voor een commercieel anallergeen dieetvoer. Dat voer bevat gehydrolyseerd eiwit. Het eiwit is dan zodanig bewerkt dat er zeer korte moleculen zijn ontstaan in de vorm van aminozuren of polypeptiden. Bovendien is meestal een eiwitbron gekozen, dat meestal niet in normale diervoeders is verwerkt, zoals verenmeel of gemalen insecten. Om de diagnose definitief te stellen wordt dan, als het dier klachtvrij is geworden dankzij het elimininatiedieet, een provocatietest uitgevoerd om de voedings- allergie definitief te bewijzen. Men geeft dan de eiwitbron te eten waarvoor men denkt dat het dier allergisch is, bijvoorbeeld rundvlees. Als de klachten dan snel terugkomen, dan is de diagnose gesteld. Heel vaak echter kiest men hier niet voor. Men geeft er meestal de voorkeur aan om een hypoallergeen voer te proberen om te kijken of dat goed wordt verdragen en men blijft dat dan doorgeven. Een hypoallergeen voer is een compleet voer waarin het allergeen afwezig is.

Atopie

Atopie is de andere vorm van huid- allergie. Dit is een overgevoeligheid voor in de lucht zwevende deeltjes. Dit kunnen pollen (stuifmeelkorrels) zijn, maar ook huisstofmijten en dergelijke zijn bekende veroorzakers van atopie. De stofdeeltjes kunnen een allergische reactie veroorzaken na inademing, maar ook door direct contact met de huid of de slijmvliezen van ogen, neus, mond en dergelijke. De aanpak van atopie kan verschillend zijn. Soms wordt er voor gekozen om het veroorzakende allergeen aan te tonen door middel van testen. We kennen de intradermale testen, waarbij verschillende allergenen in zeer kleine hoeveelheden in de huid worden ingespoten en vervolgens wordt gekeken of er een huidreactie volgt. Een andere test is het aantonen van IgE-afweerstoffen tegen allergenen in het bloed. Beide testen zijn redelijk betrouwbaar bij honden, maar voor katten zijn ze nog niet gevalideerd en dus niet betrouwbaar.

Indien duidelijk is waar een hond allergisch voor is, dan kan het soms mogelijk zijn om het allergeen weg te nemen, maar meestal is dat onmogelijk. Dan wordt er soms gekozen voor hyposensibilisatie. Een speciaal bereide oplossing van het veroorzakende allergeen wordt dan wekelijks en later maandelijks in oplopende hoeveelheden ingespoten met de bedoeling om IgG-afweerstoffen op te bouwen die de IgE-afweerstoffen verdringen. In 70% van de gevallen heeft deze aanpak succes. Dat wil zeggen dat de klachten geheel of gedeeltelijk verdwijnen. Meestal is het wel noodzakelijk om de hyposensibilisatie levenslang voort te zetten. Een andere aanpak is het afremmen van de allergische reactie door middel van medicijnen. Antihistaminica, die bij mensen veel gebruikt worden, helpen bij onze huisdieren meestal niet. Twee andere medicijnen worden wel vaak met succes ingezet: Prednisolon en Cyclosporine. Eerstgenoemde heeft nogal wat bijwerkingen, laatstgenoemde is nogal duur. Verder is het mogelijk door toevoeging van Omega-3 en Omega-6 vetzuren in de goede verhouding de allergische reacties te temperen. Dat kan door het verstrekken van kant- en klare dieetvoeding of door het toevoegen van de vetzuren.

allergie allergie nijlpaardhoofd

Eerste foto: Normaal uiterlijk. Tweede foto: Zogenaamde ‘nijlpaardhoofd’.

01-05-2016

Anaalklieren

Anaalklieren

Honden en katten hebben aan weerszijden van hun anus twee zakvormige stinkkliertjes, de zogenaamde anaalklieren. In deze anaalzakjes zit stinkend materiaal. Dit materiaal heeft een functie bij het onderlinge contact tussen dieren. Bij het passeren van ontlasting komt er wat inhoud mee naar buiten. Als een dier angstig is of schrikt kunnen de klieren soms spontaan leeg gedrukt worden. Normale anaalklier inhoud heeft een bruingrijze kleur en is half vloeibaar.

De anaalklieren liggen iets naar beneden gericht aan weerszijden van de anus. Op de rand van de anus (‘op 4 en 8 uur’) komen de afvoergangetjes uit.

Ophoping van inhoud kan ontstaan als die inhoud te stevig, korrelig of pasteus is. Ook normale inhoud kan in overmaat aanwezig zijn, meestal zonder aanwijsbare oorzaak. Mogelijk worden de klieren niet voldoende geleegd bij de passage van wat zachtere ontlasting. Vooral bij honden kan overvulling van de anaalklieren overlast geven in de vorm van jeuk. De hond likt veel bij de staartbasis of schuift met het achterwerk over de grond (‘sleetje rijden’). Het is dan nodig om de kliertjes te laten legen. Een handige eigenaar kan ook proberen dit zelf te doen.

Overvulde klieren zijn als bolletjes te voelen. Als links en rechts van die bolletjes een duim en wijsvinger worden geplaatst en daarna de bolletjes tegen elkaar gedrukt worden, komt de inhoud via de afvoergangetjes naar buiten. Het is verstandig die inhoud met een tissue dicht bij de anus op te vangen.

Voor rechtshandigen:

Er kan ook sprake zijn van ontsteking van de anaalklieren. De inhoud is dan vaak groenig als pus en soms bloederig. Het gebied rond de anus kan dan ook gezwollen, rood en pijnlijk zijn. De ontsteking kan een abces worden en als dat doorbreekt baant pus zich door een gaatje in de huid een weg naar buiten. Bij een anaalklierontsteking is natuurlijk behandeling door de dierenarts nodig.

Een enkele keer is de overlast van de anaalklieren zo hardnekkig dat er ieder ogenblik weer behandeling nodig is. Aangezien we de oorzaak ervan niet kennen, kunnen we ook niets doen om herhaling van de overlast te voorkomen. Er is dan nog één mogelijkheid over om de overlast tegen te gaan. Het is mogelijk de anaalklieren operatief te verwijderen. De hond kan zonder de klieren en zal eerder opgelucht zijn dat hij ze kwijt is, dan dat hij ze zal missen.

Katten hebben ook anaalkliertjes, maar die veroorzaken zelden klachten. Misschien worden de klieren beter leeg gehouden, omdat de lenige kat zich in het gebied rond de anus veel beter zelf kan likken dan de hond.

Let wel: anaalklieren moeten alleen bij overvulling worden leeg gemasseerd, dus niet uit routine.  Vraagt u eerst ons advies en laat het ons gerust eens voordoen.

01-05-2016

Astma bij kat

Astma bij de kat

Bij katten kan benauwdheid en hoesten astma als oorzaak hebben. Bij honden wordt hetzelfde beeld zelden gezien. Astma is een vorm van bronchitis. Meestal is er sprake van een allergische aandoening. De luchtwegen reageren overgevoelig op een prikkel. Als gevolg hiervan trekken kringspiertjes rond de luchtwegen samen en ontstaat er een ontstekingsreactie met zwelling en slijmproductie. Hierdoor vernauwen de bronchiën en de nog kleinere luchtwegen, waardoor de kat niet diep meer kan ademen en kan gaan hoesten. De verschijnselen van astma bij de kat kunnen wisselen van een beetje hoesten tot acute benauwdheid, afhankelijk van de mate van vernauwing van de luchtwegen.

Een ernstig benauwde kat kan een piepende ademhaling krijgen en zal steeds in borst buikhouding blijven zitten. Dit om de longen zoveel mogelijk ruimte te geven en kan zelfs door de bek gaan ademen. De kat heeft bij uitademen de meeste last omdat de al vernauwde luchtwegen dan nog verder dichtgedrukt worden. Soms treden de verschijnselen aanvalsgewijs op, soms zijn ze continu aanwezig. De oorzaak van astma bij de kat is meestal niet te achterhalen. De mogelijke prikkels zijn vergelijkbaar met die bij de mens: rook, stof, huisstofmijt etc.

De diagnose astma wordt gedeeltelijk op basis van uitsluiting wordt gesteld. Andere oorzaken van benauwdheid zoals hartaandoeningen en andere luchtwegaandoeningen moeten worden uitgesloten. Een röntgenfoto van de longen is de belangrijkste hulp bij de verdere diagnose. Een goede reactie op een ingestelde therapie bevestigt de diagnose.

Astma kan niet echt genezen worden en dus is vaak een levenslange behandeling nodig. De behandeling wordt afgestemd op de ernst van de symptomen. Als er kortere periodes zijn waarin de kat hoest of benauwd is dan is het voldoende om alleen in die periodes te behandelen. Bij andere dieren is voortdurende behandeling nodig. De ontstekingreactie en de zwelling kan meestal goed worden tegen gegaan door corticosteroïden. Zonodig worden er ook medicijnen gegeven die zorgen dat de spiertjes rond de luchtwegen zich ontspannen, waardoor die beter open gaan staan. Bij ernstige benauwdheid kan de toediening van extra zuurstof nodig zijn. Soms moet ook behandeld worden met antibiotica of met slijmoplossers.

Bij toediening van de medicijnen door inademing komen ze direct in de luchtwegen terecht. Ze zijn dan effectiever en doordat er minder in de rest van het lichaam komt zijn er minder bijwerkingen. Tegenwoordig is deze vorm van behandeling ook bij katten mogelijk. Er is een speciaal masker ontwikkeld waaruit de kat de medicijnen kan inademen. Het masker moet op de snoet van de kat geplaatst worden. Er is even training voor nodig, maar de meeste katten blijken er wel aan mee te werken.

01-05-2016

Terug naar Diereninformatie